Theepot

Van de drie exotische dranken die in de 18de eeuw in de mode waren, kende thee een later succes en een lagere verspreiding in de Zuidelijke Nederlanden. Zo zijn er, onder andere, maar weinig theepotten aanwijsbaar voor de stad Brugge. Het Brugs zilverwerk beantwoordt ten volle aan de cosmopolitische mode uit die tijd, zo heerst het classicisme op het einde van de 18de eeuw.

Deze elegante theepot heeft een ovaal lichaam versierd met brede groeven waartussen telkens een lancetblad en een ingelijste parel. De holwelvende hals herneemt dezelfde groeven en is van het lichaam gescheiden door een parellijst. De theepot rust op drie tolvoetjes. De afgedekte giettuit is versierd met een dubbele ring en acanthusbladeren. De brede en afgeronde handgreep van donker hout is voorzien van een duimsteun. Het laaggewelfd deksel is versierd met een rozet en een greep in de vorm van een moerbeivrucht met open kelkblaadjes.

Jacob Reubens, geboren te Brugge in 1709, verwerft zijn meestertitel op 5 april 1736. Na zijn overlijden in 1759, zette zijn weduwe, Joanna Keesebilck, de zaak voort met dezelfde meestertekens.  Dit stuk maakt deel uit van deze late productie.

Zilver, hout.
H. 16 cm.
Herkomst : 1986 Aankoop Franse Gemeenschap van België.
Inv. nr. sda 521.

Merken : onderzijde :

1,2. Stad : gekroonde leeuwekop & gekroonde B.
3. Datum : gekroond cijfer 82 voor 1782.
4. Meesterteken : libel.

Het stuk wordt op dit moment tentoongesteld in het Grote Salon.