Portière van de “Triomfwagen”

Een portière is een wandtapijt dat als deurgordijn dient. Ze beschermt tegen tocht en is vaak versierd met het familiewapen.
Dit is ook hier het geval, want in het midden bevindt zich een grote cartouche met de wapens van Frankrijk en van Navarra. Die zijn omgeven door de ketens van de grote meesters van de orde van Sint-Michiel en van de Heilige Geest, die zelf verstrengeld zijn met zegepalmen.

Dit tapijtwerk is volledig aan de glorie van Lodewijk XIV gewijd.
De centrale cartouche, omringd met militaire trofeeën, steekt af tegen de koninklijke azuurblauwe mantel die bezaaid is met gouden Franse lelies. Het geheel is op een triomfwagen geplaatst, die met zijn gewicht twee ineengestrengelde slangen verplettert die de overwonnen vijanden symboliseren.
Boven het geheel prijkt de zon, die de Koning voorstelt die over de wereld straalt en zijn devies “Nec Pluribus Impar” (boven de meesten verheven) dat rond de weegschaal van vrouwe Justitia is opgerold, met daarboven de koningskroon.
De rand van dit tapijtwerk bestaat uit lofwerk dat afwisselend rozetten en Franse lelies bevat.

De portière maakt deel uit van een reeks van zesenzestig stuks die tussen 1662 en 1724 voor de koninklijke verblijven werden geweven. De collectie van Seneffe kan er prat op gaan dat ze nog een stuk uit de reeks met de naam “Aux Renommées” (De Faamgodinnen) bezit.
De tapijtwevers hebben dit prachtige gordijn met verticale schering uitgevoerd naar de kartons van Charles Le Brun (1619-1690). Onder diens leiding verwierven de werken van de Manufacture royale des Gobelins, die voor de meubilering van de Koningshuizen en als geschenk voor diplomaten bedoeld waren, dankzij hun weelderige pracht internationale faam.

Wol en zijde.
h 3,38 m ; l 2,62 m.
Herkomst: 1983, aankoop door de Franse Gemeenschap.
Inv. nr. SM028.

Ze draagt geen enkel merk.

De portière wordt getoond op de eerste verdieping.