Lepelvork
CollectionAugustus 2018
Maastricht - Joannes Wilhelmus Brabant - 1750-1752
In de 18de eeuw genoten de aristocraten niet alleen van rauw fruit, maar waren ze ook verzot op compotes en confituren. De generieke term confituur dekte een grote verscheidenheid van gesuikerde bereidingen: vloeibare confituren, droge confituren of gekonfijte vruchten, vruchtenpasta’s, geleien, vruchtenconserven, gekandeerde vruchten, … Die suikerwaren werden zowel tijdens de maaltijden genuttigd als opgediend bij de koffie of de thee.
Daarvoor brachten de Nederlandse zilversmeden een multifunctioneel bestek op de markt met aan de ene kant van de steel een lepel voor de vloeibare levensmiddelen en aan de andere kant een vork voor de vaste en kleverige eetwaren.
In de collectie van Seneffe bevinden zich 3 heel eenvoudige lepelvorken. Ze zijn amper groter dan een koffielepel. De vork is voorzien van 3 tanden.
Zilver.
l 12,6 cm, b 2,3 cm.
Herkomst: 1984, Aankoop door de Franse Gemeenschap.
Inv. nr. sda 472a-b-c.
Merken: op de steel
1. Stad: ster
2. Meesterteken: I.B voor Joannes Wilhelmus Brabant
3. Letter R voor 1750-1752
4. Bijgeslagen merk: gotische letter E – Belgisch invoermerk (1832-1868)
De 3 bestekken bevinden zich op dit ogenblik in het niet-toegankelijke bestand van het museum.