Flessenkoeler

In de 18de eeuw werden de wijnflessen en de glazen, in de service à la française, niet op tafel geplaatst. Om de wijn altijd zeer fris te kunnen drinken, werden koelers gebruikt. Die werden gevuld met ijsblokjes en op een console langs de muur gezet. Wanneer een van de genodigden dorst had, vroeg hij aan de lakei achter hem om hem te bedienen. Nadat de persoon gedronken had, zette de lakei de fles en het glas opnieuw op hun plaats.
Tijdens een fijn souper werden de koelers tussen de disgenoten gezet, waardoor het aantal “indiscrete” personeelsleden kon worden verminderd en de intimiteit werd gerespecteerd.

Het voorbeeld dat in de collectie van Seneffe wordt bewaard, is een uitzonderlijk stuk, zowel wat de kwaliteit als wat de zeldzaamheid betreft. Het is immers het enige gekende exemplaar uit Brugge en een van de zeldzame geregistreerde flessenkoelers uit onze streken.
Hij heeft een rechthoekige vorm met afgebroken hoeken. Het bovenste gedeelte van het lichaam is versierd met lambrekijnen en acanthusbladeren op een gematteerde ondergrond. De kwaliteit van de bijzonder fijne gravure moet worden benadrukt.

Het huwelijkswapen van Charles-Albert van der Beke de Cringe en Marie-Isabelle Anchemant is eveneens heel fijn op de voorkant gegraveerd.
Aan beide kanten is een handvat bevestigd met daaronder fijn gemodelleerde vrouwelijke bustes. Het geheel staat op een ovalen voet waarvan de bovenste rand versierd is met eierlijsten.

Zilver.
h 21,5 cm, l 44 cm, b 24 cm.
Herkomst: 1986, Legaat Claude D’Allemagne.
Inv. nr. sda546.

Merk: onder de voet.
Meesterteken: HVO in een klaverblad.

De koeler wordt op dit moment tentoongesteld in de gezelschapskamer.