Naar inhoud

Confituurpot

Collection

April 2011

Gent – L. De Bast en Tiberghien – 1815/1831

Tijdens de verlichting waren zilveren confituurpotten uiterst zeldzaam. Ze kenden pas in het begin van de 19de eeuw een belangrijke doorbraak.

Om vruchten en bloesems te kunnen bewaren, werden deze met suiker gemengd en onder verschillende vormen als dessert opgediend: jam, gekonfijt fruit, gelei, vruchtenpasta, vruchten op brandewijn, ... In de 18de eeuw gaven de confiseurs-confituriers de voorkeur aan rietsuiker.
Onder Napoleon zorgde de continentale blokkade ervoor dat de prijzen van dit voedingsmiddel de hoogte inschoten. In die periode ontstond de suikerbietenteelt. Dit leidde tot een forse vermindering van de suikerprijs, waardoor talrijke gezinnen zelf jam gingen maken.

De collectie van het Kasteel van Seneffe bevat een grote confituurpot in de vorm van een zogenaamde Medici-vaas. Hij staat op een cirkelvormig klein voetstuk, dat versierd is met waterbladeren en een rij parels. Het strakke lichaam is enkel in het midden versierd met een strook palmetten. Het licht gewelfde deksel is verfraaid met een fries van acanthusbladeren. Een slang die rond een margriet is opgerold vormt de handgreep van het deksel. De bovenste rand van het voorwerp is voorzien van twaalf inkepingen waarin de lepels kunnen worden opgehangen, met het lepelblad naar onderen en het spatelvormige uiteinde naar boven. De handgrepen aan de zijkant worden gevormd door twee elegante en met parels versierde voluten.

Zilver.
h 24 cm, Ø 16 cm, 1056 g.
Herkomst: 1986, Aankoop door de Franse Gemeenschap.
Inv. nr. sda516.

Merken: op de rand van de voet.
1. Keurkamermerk: een gesloten vuist die een stok vasthoudt en de letter C voor Gent, 1814-31.
2. Gehaltemerk: een rechthoek met holronde hoeken met het cijfer 1 tussen gekruiste lauriertakken.
3. Meesterteken: DBT in een ruit.
: onder de voet.
4. DP in een achthoek: nog te identificeren.

Het voorwerp bevindt zich op dit ogenblik in het niet-toegankelijke bestand van het museum.

Terug naar boven