Bad

Hygiëne wordt in de 18^e eeuw weer belangrijk, maar een bad nemen was niet zo eenvoudig als nu. Voor de welgestelden werd een koperen kuip in de kamers gebracht - gevuld door waterdragers die letterlijk voor « stromend water » zorgden -terwijl de anderen in de rivieren baadden. Het badwater kon worden verwarmd met houtskoolcilinders alsook worden geparfumeerd met verschillende bereidingen. Pas in het midden van de 18^e eeuw begon men badappartementen in rijke huizen te installeren. In het Kasteel van Seneffe werd deze in 1779 in de kelder geplaatst volgens de plannen van de architect Charles De Wailly. Deze bestaat vandaag niet meer, met uitzondering van de badkuip die in het museum wordt bewaard.

Deze is uitgesneden uit één blok wit Carrara marmer met lichtgrijse adering. Carrara marmer, beschouwd als een van de meest prestigieuze materialen, werd tijdens de Verlichting op grote schaal verspreid in Europa.

Het gebruik van dit marmer en het zogenaamde sarcofaagmodel van deze badkuip verwijst rechtstreeks naar de Oudheid, zeer in de mode onder Lodewijk XVI. De bovenkant eindigt met een worst die een zeker comfort biedt, terwijl twee ringen uit de masse gebeeldhouwd, de voorkant sieren. De bronzen zwanenhalskraan ontbreekt.

Carrara marmer.
h 67 cm, L 178 cm, d 75 cm.
Herkomst : 1992 aankoop Franse Gemeenschap van België.
Inv. nr. SM036

Het bad heeft momenteel een ereplaats in het Groot Salon.