Zogenaamde “Perzische” koffiekan

De Oosterse koperen theekannen uit de 18de eeuw hebben hun vorm geleend aan de zogenaamde “Perzische” koffiekan. Kenmerkend zijn de langgerekte hals en de fijne, lange schenktuit met zijn elegant gebogen kromming. Dit model komt uitsluitend voor op het einde van de 18de eeuw. Ondanks de zeldzaamheid van dit type koffiekan, kan het museum Seneffe er trots op zijn dat het nog een ander exemplaar in zijn bezit heeft, namelijk een stuk uit Brussel van 1789 van de hand van een niet geïdentificeerde zilversmid.
De koffiekan die hier wordt getoond, staat op een rond klein voetstuk. Het bolle lichaam is versierd met een fries van golfjes die afsteekt tegen de gematteerde achtergrond. De fries, die omgeven is door twee rijen parels, wordt bovenaan op de hals herhaald. De zeer langgerekte hals is versierd met alternerende groeven van verschillende lengten. Deze decoratie vinden we in de vorm van een stralenbundel eveneens terug bovenaan op het licht gewelfde deksel, met in het midden een grijpknop in de vorm van een tol. Het houten handvat is geribbeld en de bovenkant ervan is versierd met een margriet.

Theodorus Smeesters werkte vanaf 1751 als leerling in het atelier van C. T’Serstevens. Hij verwierf de meestertitel op 29 mei 1758. Van 1766 tot 1772 was hij deken van de gilde. In de collectie van Seneffe bevinden zich eveneens een dekselkom en bestekken van de hand van de zilversmid.

Zilver, hout.
H. 38 cm, l. 30 cm.
Herkomst: 1986, Legaat Claude D’Allemagne.
Inv. nr. sda 680.

Merken: onder de buik.
1. , 2. Leeuw van Brabant en hoofd van Sint-Michiel voor Brussel.
3. Jaartal 86 voor 1786.
4. Meesterteken: een oog voor Theodorus Smeesters.

De koffiekan wordt tentoongesteld in de antichambre.