Pedaalharp
CollectionFebruari 2019
Parijs – einde 18de eeuw
Toen Marie-Antoinette in 1770 naar Parijs ging, had ze een harp in haar koffers zitten. Dit zou een fascinatie zonder voorgaande voor dit instrument teweegbrengen, zowel bij de amateurmusici als bij al wie professioneel met muziek bezig was. Vioolbouwers maakten ware kunstwerkjes, die prachtig gesculpteerd, verguld en beschilderd werden en die ze met allerlei materialen versierden. Dankzij diverse technische innovaties - haakjes, pedalen, pennetjes, het aantal snaren … - evolueerde de harp in de loop van die eeuw ingrijpend en bood ze de muzikanten heel wat nieuwe muzikale mogelijkheden. Wat aanvankelijk een solo-instrument was, groeide in die periode uit tot een kamermuziekinstrument.
Het exemplaar dat hier te zien is, is een pedaalharp. Het model ontstond in 1728 aan het Weense hof. Het instrument telt zevenendertig snaren en zeven pedalen, waarmee de zeven noten van de toonladder kunnen worden gespeeld. De harp bestaat uit een neoklassieke gegroefde, uitgesneden zuil op een voetstuk, een gelakte S-vormige hals en een beschilderde klankkast. De in het zwart gelakte, rechte zuil is versierd met vergulde acanthusbladeren en parels. Bovenaan in de hals zitten openingen onder glas, waardoor het ijzeren binnenwerk en de naam van de fabrikant te zien zijn. Het uiterst verfijnde, polychrome schilderwerk op de klankkast is aangebracht op oranjegele vernis Martin. Er is gekozen voor motieven in de stijl van de muurschilderingen van Pompeii: arabesken, fruitmanden en linten, alles aangebracht rond een verticale as.
Georges Cousineau (1733-1800) en zijn zoon Jacques-Georges Cousineau (1760-1836) behoorden tot de meest gerenommeerde harpenmakers van hun tijd. Zij verbeterden het instrument voortdurend. Koningin Marie-Antoinette en de latere keizerin Joséphine kochten hun harpen bij hen. Omstreeks 1780 verving Georges Cousineau de haakjes bovenaan de snaren door pennetjes om ervoor te zorgen dat de as van de snaar niet meer zou verschuiven en het akkoord langer kon worden aangehouden. In 1799 vroeg hij een patent aan op draaiende pennen.
Beschilderd en verguld hout, glas, snaren, messing, ijzer.
h 167 cm, L 84 cm, l 60 cm.
Herkomst: 2017, Aankoop door de Federatie Wallonië-Brussel.
Inv. nr. sda787.
Het instrument wordt momenteel tentoongesteld in de eetkamer.