Mand
CollectionJanuari 2011
Londen – Georges Wickes – 1737
De zilveren manden, die doorgaans per paar werden verkocht, maakten hun opwachting op de Engelse tafels vanaf het einde van de 16de eeuw. Ze werden voornamelijk gebruikt als broodmand, maar konden eveneens dienen om fruit of bloemen in te schikken.
Het voorbeeld dat in de collectie van Seneffe wordt bewaard, is voorzien van het familiewapen van William Cavendish, de derde Hertog van Devonshire en van de wapenspreuk “Cavendo Tutus” (Veiligheid door voorzichtigheid). Volgens de archieven van de zilversmid Georges Wickes hadden William Cavendish en zijn gemalin Catherine Hoskins er twee besteld.
De mand is bijzonder mooi opengewerkt, de wand is geajoureerd met vierbladige kruisbalkjes en de basis met een fries van rankversieringen. De bovenste rand is geribd met gekruiste linten op regelmatige afstand.
De bodem is versierd met een lijst waarin kruisbalkjes zijn gegraveerd met cartouches die afwisselend fruitmanden en schelpen voorstellen en in het midden het wapenschild van de familie Cavendish.
Een elegant hengsel, aan het begin met een dubbele krulvormige versiering, draait om zijn as.
Georges Wickes (1698-1761) was leerling-zilversmid bij Samuel Wastell van 2 december 1712 tot 16 juni 1720. Op 3 februari 1722 werd hem de meestertitel verleend. Hij richtte een indrukwekkende en goed draaiende onderneming op en mocht leden van de koninklijke familie en aristocraten tot zijn klanten rekenen.
Zilver.
h 27 cm, l 35 cm, b 33cm.
Herkomst: 1986, Legaat Claude D’Allemagne.
Inv. nr. sda583.
Merken: onder het voetstuk.
1. Jaarletter: b voor 1737.
2. Gekroonde luipaardkop voor Londen.
3. Gaande leeuw.
4. Meesterteken: gekroonde G.W.
De mand wordt tegenwoordig tentoongesteld in de gezelschapskamer.