Commode

Een « commode » wordt gedefinieerd als een lage kast met grote lades. Dit type meubel deed zijn intrede onder Lodewijk XIV en was een enorm succes. De naam komt van het feit dat het veel handiger - « commode » - is om kleding en andere spullen in meerdere laden op te bergen dan in een grote koffer zoals voorheen.

De hier besproken ladekast stamt uit de overgangsperiode. Dit is zichtbaar in de verstrakte vorm en de rondingen die nog nauwelijks aanwezig zijn. De welving bevindt zich nog steeds ter hoogte van de poten en het middendeel dat lichtjes naar voren komt, maar het decor, symmetrisch en geïnspireerd door de klassieke oudheid, is reeds Lodewijk XVI-stijl. Het eiken frame is bedekt met een fineer van violet hout en palissander versierd met geometrische inlegwerk. Door een spel van contrastrijke houtsoorten simuleren de hoekse zijstijlen cannelures in trompe-l’oeil.

Het meubelstuk toont drie brede laden geplaatst in zichtbare dwarsbalken. Het rust op vier gebogen poten, voorzien van vergulde bronzen hoeven. Het verguld bronzen beslag is eveneens terug te vinden ter hoogte van het schort, de sleutelplaten, de trekringen en de zijstijlen. Deze laatste komen in de vorm van een antieke vaas, ovalen met strikornament en afhangend gebladerde.

Het authentieke marmeren blad, met een moulure aan de voorkant en aan de achterkant onregelmatig gesneden, volgt perfect de vorm van het meubilair dat het bedekt. De marmerenplaat wordt eenvoudig bovenop het frame geplaatst. Door deze te verplaatsen, verschijnt de stempel van de meubelmaker C.M. MAGNIEN bovenaan de zijstijl.

Hout, marmer, verguld brons.
h 87 cm, L 113 cm, d 52 cm.
Herkomst : 1971, aankoop.
Inv. nr. SM021.

Voorzien van de stempel C.M. MAGNIEN. Deze meubelmaker behaalde zijn meestertitel op 17 april 1771. Zijn atelier was gevestigd in de rue du Faubourg Saint-Antoine in Parijs.

Het meubilair staat momenteel in de reserve.